Vraag 1       

 

Vraag 2

Beide spelers hebben een dominante keuze, want wat de ander ook kiest, zij maken dezelfde keuze. Bijvoorbeeld: Onafhankelijk wat Le Glace de Léon kiest, Maître Glacier kiest bij alle prijsvarianten van Le Glace de Léon voor € 1,50.

Het Nash-evenwicht dat tot stand komt bij een prijs van € 1,50 bij beiden is slechter dan bij een prijs van € 2,50 voor beide. Er is om die reden sprake van een voor de spelers niet optimaal Nash-evenwicht. Bij € 2,50 valt de winst voor beide salons € 100.000 hoger uit.

Dit gevangenendilemma is opgelost doordat de concurrenten gingen samenwerken, waarbij  zelfbinding een belangrijke rol speelde. Als bijvoorbeeld de twee aanbieders een prijs van € 2,50 afgesproken hebben en Le Glace de Léon in gedrukte folders deze prijs plaatst, wekt dit bij Maître Glacier vertrouwen dat zij de prijsafspraak zullen respecteren. Daarbij speelt vroeger gedrag van Le Glace de Léon, oftewel de reputatie ook een rol of  Maître Glacier het aandurft om de concurrent te vertrouwen. Dit vraagstuk van vertrouwen geldt uiteraard ook omgekeerd.

 

Vraag 3

Vraag 4          

De Harbergerdriehoek geeft het verlies aan welvaart aan ten opzichte van de situatie bij volkomen concurrentie waarbij het totale surplus het grootst is: prijs € 0,50 (1/2 * (800.000 * (4,50-0,50) = CS van € 1.600.000,- Bij volkomen concurrentie is de driehoek van q = 0 tot q = 800.000 met als onderzijde de horizontale lijn bij € 0,50 het volledige surplus op de markt. De producenten blijven nèt aanbieden.

 

Bij een prijs van € 1,50 is het verlies dus: ½* (800.000-600.000) * € 1,-  = € 100.000,- ( ten koste van het consumentensurplus=> Harbergerdriehoek). Producentensurplus is (€ 1,50-€ 0,50) *600.000= € 600.000 (€ 300.000,- elk). CS wordt nu dus € 1.600.000,- -(€ 100.000,- + € 600.000,-) = € 900.000,-  (of: € 4,50 - € 1,50 *600.000 *1/2 = € 900.000,-)

 

De oplossing van het gevangenenprobleem verhoogt de prijs op de markt, waardoor de afwijking ten opzichte van de situatie van volkomen concurrentie groter wordt en de efficiëntie dus minder.

 

Bij een prijs van € 2,50 bedraagt de Harbergerdriehoek:

½ * (€ 2,50 - € 0,50)* (800.000-400.000) = € 400.000,-