Steffie minimum

1       Welke conclusie kun je trekken over de prijs van arbeid naar aanleiding van bovenstaande bron?

Hoe jonger je bent, hoe lager is de prijs van je arbeid (het uurloon).

Stel dat Steffie Keulens 8 uur per week bij Albert Heijn werkt en de normale werkweek 38 uur bedraagt.

 2       Bereken hoeveel het bruto minimumloon per week voor Steffie bedraagt.

Je mag dus het maandloon niet delen door 4 of 4,5 (!) om het weekloon te berekenen. Je gaat eerst terug naar het jaarsalaris van een 18 jarige met voltijd baan.

€ 693,70 * 12 = € 8.324,40 per jaar/52 ≈ € 160,08 per week.

De supermarkt van Steffie heeft een werkweek van 38 uur! € 160,08/38 ≈ € 4,21.

Steffie werkt 8 uur: 8 * 4,21 ≈ € 33,70 is het weekloon van Steffie.

Let op! Door afronding kunnen verschillen ontstaan. ( Soms laat het strookje je uurloon inclusief 8% vakantiegeld zien. Dan zou er staan 1,08 * € 4,21 ≈ € 4,55 )

 3       Geef een verklaring voor de bewering van Steffie.

Het kan dus zijn dat dat haar vrienden in een branche werken met een 40-urige werkweek. De berekening: € 160,08/40 ≈ € 4,- (!)

 4       Verklaar waarom lonen, in tegenstelling tot prijzen, in het algemeen niet zo gemakkelijk dalen.

Een reden is dat lonen voor een bepaalde periode (vaak een jaar) worden vastgelegd in de arbeidsovereenkomst. Verder hebben werknemers zich verenigd in vakbonden die zich met succes kunnen verzetten tegen loondalingen, omdat ze werkgevers kunnen dreigen met stakingen.

 5     Werknemers in Nederland kunnen niet gemakkelijk worden ontslagen. Leidt dit tot een meer elastische of tot een minder elastische vraaglijn van arbeid? Motiveer het antwoord.

Tot een minder elastische vraaglijn. Bij een hoger loon kan de vraag naar (vast) personeel niet (snel) worden verlaagd.

 % daling van de vraag, bijvoorbeeld -2% ( je kunt niet zo maar werknemers ontslaan) / % stijging van de lonen, bijvoorbeeld + 10% = een elasticiteit van – 0,2 (inelastisch, dus).

 6  Hoe kunnen tegenstanders van het minimumloon de grafiek gebruiken ter ondersteuning van hun mening?    

Het evenwicht ligt bij 50.000 arbeidsjaren. Bij het instellen van een minimumloon daalt de gevraagde hoeveelheid arbeidsjaren naar 45.000. 

 7  Hoe kunnen voorstanders van het minimumloon de grafiek gebruiken ter ondersteuning van hun mening?

Na afschaffing van het minimumloon stijgt het werkgeverssurplus met oppervlakte A + C en daalt het werknemerssurplus met A - D, waardoor de inkomensverdeling schever wordt omdat vooral de werknemers met een laag inkomen hun looninkomen verliezen.